Bouwgeschiedenis: Het orgel in Geertruidenberg is gemaakt in 1861 door de orgelmaker Vollebregt. Vollebregt heeft het instrument gemaakt in een akoestiek die geheel anders is geweest dan de huidige. Van het kerkgebouw was alleen het schip tot de viering in gebruik de rest was door wanden buiten gebruik gesteld. Bij de laatste kerkrestauratie is dit alles weer teruggebracht, waardoor de kerk veel groter is geworden. Om de klanksterkte aan te passen aan de huidige ruimte is een vrij pedaal met 5 registers in een aparte kas achter het instrument geplaatst.
Dispositie
Manuaal | Pedaal | ||
Prestant | 8 vt. | Subbas | 16 vt. |
Bourdon | 16 vt. | Octaaf bas | 8 vt. |
Holpijp | 8 vt. | Wijd gedekt | 8 vt. |
Salicionaal | 8 vt. | Octaaf | 4 st. |
Octaaf | 4 vt. | Trompet | 8 vt. |
Gedekte Fluit | 4 vt. | ||
Quint | 3 vt. | ||
Nachthoorn | 2 vt. | ||
Cornet | 4 st. discant | ||
Trompet | 8 vt. bas/discant | ||
Ventiel | |||
Clavier omvang C-f’’’ | Pedaal omvang C-c’ | Toonhoogte a’ 428 Hz. bij 17.5 graden | Stemming Valottie 1/6 komma |