Voor zover nu bekend, is het instrument gemaakt in de tweede helft van de 18e eeuw, vermoedelijk iets voor 1790. ( clavier omvang C – f´´´) Het is in 1982 geschonken door het Preuvenement. Het instrument is vrijwel zeker gemaakt door de orgelmaker Johannus Pieter Künckel (1750-1815) en gevestigd geweest te Rotterdam. Aangezien zijn vrouw uit Gouda stamt zou het mogelijk kunnen zijn dat Künckel bij orgelmaker H.H. Hess gewerkt heeft voordat hij zich in Rotterdam vestigde. Op basis van pijponderzoek (inscriptie), het meubel en de wijze waarop het instrument is ingebouwd in het meubel, maken dat het orgel toegeschreven kan worden aan Künckel. Of het instrument altijd deze grote dispositie heeft gehad is ook na onderzoek niet geheel zeker.
Dispositie
Links | Rechts | ||
Holpyp | 8 vt. | Holpyp | 8 vt. |
Praest | 4 vt. | Praest | 4 vt. |
Fluyt | 4 vt. | Fluyt | 4 vt. |
Octaav | 2 vt. | Octaav | 2 vt. |
Mixtur | 3 sterk | Mixtur | 3 sterk |
Sup Oct. | 1 vt. | Cornet | 3 sterk |
Sup Oct. | 1 vt. discant | Praest | 8 vt. discant |
Klavieromvang C-f´´´ | Winddruk 54 mm/wk | Toonhoogte a´ 428 bij 17.5 graden Hz | Stemming Valloti 1/6 komma |
Adviseur: Drs. R.G.J.B. Syrier | In opdracht van RCE: R. van Straten | Kas-restoratie Ron Schouten |